Bij dit 23½ voet (= 6,76 m) brede perceel staan in het cijnsboek van 1520 twee personen vermeld. De herverdeling van dit kavel en het hiervoor besproken nummer 8/10 blijkt in 1520 reeds een feit te zijn. De cijns is in twee gelijke delen verdeeld. Dit is in overeenstemming met de twee even brede panden, maar de totale breedte van de huidige panden is meer dan de aangegeven 23½ voet. Gezien de volgorde van notatie moet Egidius Simons voor nummer 12 betalen. Na hem worden Reinier Philipss en de korenkoper Klaas van Os genoemd. Aangezien het huis in 1938 samen met het linker buurpand geheel vernieuwd is, weten we niet hoe het huis in de 16de eeuw was ingedeeld. Alleen de oude kelder is gehandhaafd. Deze staat in verbinding met die onder het linker buurpand, een situatie die ook in de 16de eeuw reeds zo zal zijn geweest. In de kelder is nog de indeling in een voor- en achterhuis herkenbaar. De achterkelder is smaller. De kelderingang kan zich op de scheiding tussen beide delen bevonden hebben. Hier zitten in de zijmuren naden en bouwsporen in het gewelf. De kelder zal vroeger ook vanaf de straat toegankelijk zijn geweest. | 438 |
819. verschillenden. "De Corenberg", 1633. | 52 |
1880 | (Eerste Korenstraatje B 286a): wed. van der Aa - J. Belzer (schoenmaker) - A. van Gijsel (arbeider) - H.W. Walters (meesterknecht) |
1910 | J. van Aerle (sigarenmaker) - A. v.d. Eerden (boekbinder) - W. Pagie (sigarenmaker) - W. Verhoeven (koetsier) - P. van de Wert (arbeider) |
1919 | Th. Berens (sigarenmaker) - Jac. v.d. Broek (arbeider) - Mart. Houben (mandenmaker) - Alph. v.d. Wielen (molenaar) |
1928 | M.C. Houben - M Meesters - J.E.M. Michiels - J.Th.G. Noot - P.M. Vogel |
1943 | L. v.d. Houdt (loodgieter, sanitaire artikelen) - L.N. van den Houdt (loodgieter) |
1910 | E. van der Sluis (vleeschhouwer) |
1919 | Ant. Ruijters (witkiel S.S.) |
1928 | A. Ruijters |